2007/218

Rapport

In 1998 zijn in het kader van rechtshulp door de Belgische politie goederen in beslag genomen op verzoekers adres in België in het kader van een fraudeonderzoek. In 2001 werden de spullen naar het politiebureau Assen gebracht. In 2004 werd besloten de goederen terug te geven. In 2005 zijn zij overgebracht naar het politiebureau Breda, waar zij korte tijd later werden overgedragen aan verzoekers echtgenote.

Volgens verzoeker was een in beslag genomen koffer opengebroken en waren kostbare munten en bankbiljettenverzamelingen daaruit verdwenen. Daarover klaagt verzoeker.

De Nationale ombudsman overwoog dat de goederen verzegeld waren ontvangen van de Belgische autoriteiten, die kennelijk slechts een summiere omschrijving van de goederen hadden gemaakt, waarin "een slotvaste koffer met inhoud" stond vermeld. Ook in de pas jaren later door de politie Drenthe opgemaakte nadere omschrijving werden geen munten e.d. genoemd terwijl over de koffer slechts werd gemeld dat die op slot zat. Er is niet meer vast te stellen of de attachékoffer in kwestie wel (onnodig) was opengebroken en of daaruit spullen zijn verdwenen. De politie Drenthe is echter tekort geschoten in de administratieve verwerking van de opslag van de goederen. Na verbreking van de verzegeling had direct een meer specifieke omschrijving van de goederen moeten worden gemaakt. Het is bepaald onwaarschijnlijk dat de politie de bewuste koffer - in het kader van het fraudeonderzoek - niet heeft opengemaakt, terwijl bovendien bij de politie een brief bekend was waarin was aangeboden desgewenst de cijfercombinatie van de koffer door te geven. De politie had moeten aangeven hoe de koffer was geopend en eventueel de staat van de koffer (fotografisch) voor en na opening moeten weergeven. Ook van de politie Breda had mogen worden verwacht dat zij als bewaarder van de goederen zowel bij ontvangst daarvan als bij de overhandiging aan verzoekers echtgenote gebruik had gemaakt van een gespecificeerde goederenlijst.

Al met al was naar het oordeel van de Nationale ombudsman door beide korpsen niet behoorlijk gehandeld wegens strijd met het vereiste van administratieve nauwkeurigheid.

- zorg van OM voor niet-openbreken van de koffer

Instantie: Regiopolitie Drenthe en/of Midden en West Brabant

Klacht:

Onnodig attachékoffer opengebroken en inhoud daarvan ontvreemd.

Oordeel:

Gegrond

Instantie: Arrondissementsparket te Assen

Klacht:

Geen zorg voor gedragen dat koffer niet werd opengebroken, terwijl cijfercombinatie beschikbaar kon worden gesteld.

Oordeel:

Niet gegrond