2007/196

Rapport

Bij de aanhouding van verzoeker had een politieambtenaar verzoeker met zijn linkervuist een tik in het gezicht gegeven. Verzoeker verklaarde dat hij op dat moment reeds geboeid was, hetgeen door de politieambtenaar ten stelligste werd ontkend.

Verzoeker klaagt erover dat een ambtenaar van het regionale politiekorps Haaglanden hem op 12 mei 2005 met een vuist in het gezicht heeft geslagen.

recht op onaantastbaarheid van het lichaam.

De lezingen van verzoeker en de betrokken politieambtenaren over het al dan niet reeds geboeid zijn van verzoeker ten tijde van de tik van politieambtenaar X staan lijnrecht tegenover elkaar. Naar het oordeel van de Nationale ombudsman is niet gebleken van feiten of omstandigheden op grond waarvan aan de ene lezing meer betekenis moet worden toegekend dan aan de andere. Voor de beoordeling van de behoorlijkheid van de gedraging is het echter niet nodig hierover zekerheid te hebben, gelet op het navolgende. Een politieambtenaar dient zich bij het gebruik van geweld te bedienen van technieken geleerd in de integrale beroepsvaardigheidstraining. Van belang in dit verband is dat verzoeker alleen was met tegenover zich in ieder geval twee politieambtenaren. Twee collega's van X waren met de aanhouding van verzoeker bezig. Gesteld noch gebleken is dat X door zijn collega's om assistentie was gevraagd. Voor het op dat moment in het gezicht tikken van verzoeker was in zo'n situatie in beginsel geen noodzaak. De Nationale ombudsman overweegt dat zelfs wanneer de situatie zich vervolgens zo zou hebben ontwikkeld dat geweldgebruik geboden was, het slaan in het gezicht niet snel kan worden aangemerkt als een passende vorm van geweldgebruik. Een vuistslag in het gezicht kan ernstig letsel tot gevolg hebben. Daarom is het geven van zo'n vuistslag slechts in uitzonderlijke situaties aanvaardbaar te achten. Van een dergelijke situatie was naar het oordeel van de Nationale ombudsman geen sprake.

Het geweldgebruik vond in strijd met het recht op onaantastbaarheid van het lichaam plaats.

Instantie: Regiopolitie Haaglanden

Klacht:

Met vuist in gezicht geslagen.

Oordeel:

Gegrond