Op basis van de per 1 januari 2006 geldende Zorgverzekeringswet wordt op het loon inkomensafhankelijke bijdrage ingehouden. Bij personen met loon uit meer dan één bron, kan het voorkomen dat teveel inkomensafhankelijke bijdrage wordt ingehouden. Deze situatie doet zich met name voor bij pensioengerechtigden. De teveel ingehouden inkomensafhankelijke bijdrage wordt na afloop van het jaar door de Belastingdienst terugbetaald.
In augustus 2006 werd een voorschotregeling in het leven geroepen, op basis waarvan 65-plussers al in de loop van het jaar de teveel ingehouden inkomensafhankelijke bijdrage zouden terugontvangen. De Belastingdienst baseerde zich voor de bepaling van het voorschot op de inkomensgegevens uit 2005. Een aantal personen, waaronder verzoeker, kreeg evenwel geen voorschot uitbetaald, hoewel wel aan de voorwaarden was voldaan. Uit het onderzoek bleek, dat de Belastingdienst de hoogte van het voorschot bepaalde aan de hand van de definitieve loongegevens van de diverse uitkeringsinstanties (en dus niet aan de hand van de aangifte inkomstenbelasting 2005). Echter, op het moment van het bepalen van de hoogte van het voorschot waren kennelijk nog niet alle definitieve inkomensgegevens bij de Belastingdienst bekend, zodat in een aantal gevallen werd uitgegaan van een te laag inkomen.
De Belastingdienst weigerde het voorschot alsnog tot het juiste bedrag uit te keren, omdat volgens hem sprake was van een eenmalige actie.
Verzoeker klaagde erover dat de Belastingdienst niet de hem bekende inkomensgegevens over het jaar 2005 had gebruikt als basis voor het bepalen van het voorschot terugbetaling inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet 2006. Dit in tegenstelling tot wat de Belastingdienst stelt.
De Belastingdienst erkende, dat in een aantal gevallen was uitgegaan van een te laag inkomen voor de bepaling van het voorschot. De Nationale ombudsman overwoog dat het alsdan in de rede ligt dat de Belastingdienst de gemaakte fout hersteld en het aan verzoeker uitgekeerde voorschot corrigeert. Dit geldt te meer, nu de gemaakte fout wellicht voorkomen had kunnen worden, indien de Belastingdienst alle bekende gegevens bij de bepaling van de hoogte van het voorschot had betrokken, zoals bijvoorbeeld de ingediende aangifte en de inkomensgegevens uit eerdere jaren.
De Nationale ombudsman oordeelde dat de onderzochte gedraging van de Belastingdienst/Rivierenland te Nijmegen, niet behoorlijk was wegens schending van het vereiste van administratieve nauwkeurigheid.
De minister van Financiën werd in overweging gegeven te bevorderen dat de Belastingdienst/
Rivierenland/kantoor Nijmegen de hoogte van het aan verzoeker uitgekeerde voorschot corrigeert, met in achtneming van hetgeen de Nationale ombudsman heeft overwogen
