Op 5 juli 2007 vertrok verzoeker om zeven uur 's ochtends met zijn gezin in de auto op weg naar Schiphol voor een vakantie naar Turkije. Als gevolg van filevorming op de A9 tussen Holendrecht en Velsen door het wegspoelen van tijdelijke belijning, reed verzoeker vijf uur over een afstand van ongeveer 85 kilometer. Verzoeker en zijn gezin misten hierdoor hun vlucht.
Verzoeker klaagt erover dat Rijkswaterstaat de aansprakelijkheid heeft afgewezen voor de schade die hij heeft geleden als gevolg van deze filevorming wegens het wegspoelen van de tijdelijke wegbelijning.
Rijkswaterstaat erkende dat er een fout is gemaakt in het aanbrengen van de wegbelijning. Tussen Rijkswaterstaat en de aannemer BAM bestaat echter onenigheid over wie de fout heeft gemaakt. De Nationale ombudsman is van oordeel dat, nu Rijkswaterstaat en BAM nog in conflict zijn over de situatie, Rijkswaterstaat niet in redelijkheid de claim van verzoeker kon afwijzen en van verzoeker kon verlangen dat hij zich met zijn claim tot de burgerlijke rechter zou wenden. Een behoorlijke behandeling van de schadeclaim zou hebben meegebracht dat Rijkswaterstaat de schade, voor zover de omvang daarvan en het causaal verband met het voorval voldoende vaststaan, had vergoed en deze vervolgens had proberen te verhalen op BAM.
De beslissing van Rijkswaterstaat om de aansprakelijkheid af te wijzen is genomen in strijd met het redelijkheidsvereiste.
De Nationale ombudsman geeft de minister van Verkeer en Waterstaat in overweging om zijn standpunt ten aanzien van de claim van verzoeker te heroverwegen.