Tijdens de Drieoktoberfeesten in de binnenstad van Leiden liet verzoeker overduidelijk blijken geen begrip te hebben voor het optreden van de politie jegens een kraamhoudster bij wie hij een broodje had besteld. Op dat moment was de sluitingstijd al enige tijd verstreken. Nadat verzoeker meerdere sommaties om zich er niet mee te bemoeien had genegeerd, heeft de politie hem aangehouden.
Bij de aanhouding is geweld aangewend en is gebruik gemaakt van handboeien. Omdat verzoeker ernstig tegenstribbelde is hij aan zijn geboeide armen de politieauto ingetrokken.
Verzoeker klaagt er over dat de politie buitensporig geweld tegen hem heeft aangewend.
De Nationale ombudsman overwoog dat het een geboeide verdachte aan zijn armen in een bepaalde richting trekken, tot aanzienlijke en blijvende lichamelijke schade kan leiden en daarom in het algemeen moet worden afgekeurd. Uitsluitend als geen enkele ander middel meer voorhanden is om een verdachte op de achterbank van de politieauto geplaatst te krijgen, kan de in dit geval aangewende methode als uiterste middel worden overwogen. Niet was gebleken dat in dit geval geen andere aanpak mogelijk was geweest. Een en ander leverde schending op van het vereiste van onaantastbaarheid van het lichaam.
Overige geweldaanwendingen werden niet buitensporig geacht.