2008/115

Rapport

Verzoeker liep op 1 januari 2006 rond 3.00 uur met een aantal vrienden buiten om zijn buurman 100 meter verderop een gelukkig Nieuwjaar te wensen. Bij de telefooncel brandde een vuur en verzoeker zag drie ME-bussen. Na een paar minuten reden er volgens verzoeker twee bussen door, waarna verzoeker en zijn vrienden richting het vuur liepen.

Verzoeker stelde dat hij een commando hoorde van de ME en dat hij een klap kreeg nog voordat de ME was uitgesproken.

Verzoeker klaagde erover dat de politie met geweld jegens hem en zijn vrienden was opgetreden, zonder hen na een gegeven waarschuwing afdoende in de gelegenheid te stellen zich uit te voeten te maken.

Aangezien de brandweer het vuur diende te blussen en hiertoe niet de kans kreeg van de aanwezige raddraaiers en het de politie met de platte pet niet lukte om de orde te handhaven, was de Nationale ombudsman van mening dat de ME en AE terecht zijn ingezet.

De Nationale ombudsman oordeelde voorts dat het inherent is aan een ME-optreden dat er weinig meer van de aanwezigen hoeft te worden getolereerd en dat er met straffe hand orde op zaken mag worden gesteld. Wel dient er in beginsel aan een charge een waarschuwing vooraf te gaan. Gelet op hetgeen de betrokken ambtenaren tijdens de hoorzitting hebben verklaard, is de Nationale ombudsman ervan overtuigd geraakt dat de ME wel degelijk twee waarschuwingen heeft gegeven. Hiermee wilde de Nationale ombudsman echter niet zeggen dat verzoeker een onjuiste verklaring heeft afgelegd. De Nationale ombudsman achtte het zeer aannemelijk dat verzoeker en zijn groep op een bepaald moment terecht zijn gekomen in de groep raddraaiers en dat zij slechts een deel van de waarschuwing hebben gehoord.

De Nationale ombudsman overwoog voorts dat aan verzoeker en zijn vrienden en eigen verantwoordelijkheid toekomt voor wat betreft het vermijden van een confrontatie met een eventueel politieoptreden.

Het recht op onaantastbaarheid van het lichaam was niet geschonden.

Verzoeker klaagde er voorts over dat de politie niet jegens hem had erkend dat de charge die tegen hem had plaatsgevonden, de tweede charge was die die nacht werd uitgevoerd. Klacht niet gegrond.

Instantie: Regiopolitie Gelderland Zuid

Klacht:

Met gebruik van geweld opgetreden tegen verzoeker en zeven andere mensen die zich in zijn gezelschap bevonden, zonder hen na een gegeven waarchuwing afdoende in de gelegenheid te stellen om zich eerst uit de voeten te maken; in de interne klachtenprocedure niet erkend dat de charge tegen verzoeker de tweede was die in die nacht in verzoekers woonplaats plaatsvond.

Oordeel:

Niet gegrond