Verzoeker is in een korte periode diverse keren in zijn auto gecontroleerd door de politie Kennemerland, waarbij hem een aantal bekeuringen zijn gegeven. Verzoeker is hiertegen in bezwaar en beroep gegaan, waarbij de rechter hem in vier gevallen in het gelijk stelde. Verzoeker heeft over alle ontmoetingen met de politie diverse klachten ingediend bij de politie. Na behandeling door de politie, wendde verzoeker zich tot de Nationale ombudsman, die de klachten bundelde en onderzocht op grond van de volgende klachtformulering. Verzoeker klaagt erover dat betrokken politieambtenaren hem onheus bejegend hebben, omdat deze hem in een korte periode diverse keren hebben aan- en staande gehouden en daarbij hebben gezocht naar iets waarvoor zij hem konden bekeuren, en opmerkingen hebben gemaakt of handelingen verricht om hem te pesten of die door hem als pesterij zijn gevoeld. De Nationale ombudsman overwoog als volgt. Omdat verzoeker het niet eens was met deze bekeuringen en hij door de rechter ook in het gelijk gesteld werd, kreeg hij het gevoel dat de politie hem aan het treiteren was. De politie aan de andere kant meende dat verzoeker gedrag vertoonde dat te bestempelen was als "politiepesterij". Hoewel de Nationale ombudsman zich kan voorstellen dat de politie in de praktijk te maken krijgt met gedrag van burgers die een bepaalde reactie en zelfs irritatie kan ontlokken, is de Nationale ombudsman van oordeel dat de reactie en het handelen van de politie moet passen binnen de normen van professionaliteit en correcte bejegening. In dit geval kan de Nationale ombudsman zich alles overziend niet aan de indruk onttrekken dat de betrokken politieambtenaren wat dat betreft de grenzen hebben overschreden.
Vereiste van correcte bejegening; niet behoorlijk
Verzoeker klaagde er verder over dat de politie een regionale aandachtsvestiging op hem had gesteld.