Verzoekster heeft een langdurig conflict met haar werkgever, ZonMw, over een aantal kwesties. Deze conflicten leidden tot bezwaar- en beroepszaken. Ten gevolge van deze conflicten is verzoekster al langdurig ziek.
Verzoekster klaagt erover dat ZonMw zich niet heeft gehouden aan de afspraak gemaakt in de mediationovereenkomst met haar (dat pas 14 dagen na het einde van de mediation een besluit op bezwaar zou worden genomen) en gedurende haar ziekteperiode in het geheel geen persoonlijke belangstelling voor haar als werkneemster heeft getoond.
De Nationale ombudsman is van oordeel dat de mediation nog niet was beëindigd op 12 april 2007, het moment dat ZonMw een besluit nam op verzoeksters bezwaren. Vastgelegd in de overeenkomst was immers dat de mediation eindigt met een slotbijeenkomst. Verder zou het resultaat van de mediation schriftelijk worden vastgelegd. Als deze zonder overeenstemming eindigt, worden, indien van toepassing, afspraken over hoe een eventueel lopende procedure wordt voortgezet, schriftelijk vastgelegd Al met al is er geen sprake van een ondubbelzinnig einde van de mediationovereenkomst op 10 april 2007. Nu ZonMw vervolgens wel een besluit op bezwaar nam, hield ZonMw zich daarmee niet aan de kernafspraak van de mediationovereenkomst. Verzoekster had er op mogen vertrouwen dat ZonMw zich daar aan hield. Dat dit niet is gebeurd, is in strijd met het vereiste van rechtszekerheid.
Verder heeft ZonMw onvoldoende oog gehad voor verzoekster als mens tijdens haar ziekteperiode.
Strijd met het vereiste van rechtszekerheid
Strijd met het vereiste van correcte bejegening