Verzoeker is tijdens carnaval aangehouden, omdat hij een agent "zeikerd" had genoemd.
Volgens verzoeker was deze agent eerst onheus geweest. Vervolgens werd verzoeker geboeid en achterin een voor honden bestemd gedeelte van de politieauto naar het politiebureau gebracht.
Verzoeker klaagt over de bejegening door een agent, die onder meer tegen hem heeft gezegd "wegwezen jij"
De Nationale ombudsman vindt aannemelijk dat de toon van de agent onvriendelijk, zo niet agressief was. Daarmee heeft hij verzoeker geprovoceerd. Hij is van oordeel dat de politie niet zelf de situatie in de hand mag werken waarin zij dwangmiddelen mag toepassen. De politie gehandeld in strijd met het vereiste van professionaliteit.
Verzoeker klaagt ook dat bij de aanhouding geweld is toegepast
De Nationale ombudsman is van oordeel dat het niet nodig was om verzoeker te boeien. Hiermee is in strijd gehandeld met het recht op onaantastbaarheid van het lichaam;
Er was ook geen reden voor het verdere geweld. Ook hier is gehandeld in strijd met het recht op onaantastbaarheid van het lichaam.
De Nationale ombudsman acht aannemelijk dat verzoeker zich door de mededelingen van de politie dat hij een strafdossier zou krijgen als hij het transactievoorstel niet aannam onder druk gezet voelde om naar het bureau te komen om de boete te betalen, wat 120 km van zijn woning was. Hiermee is gehandeld in strijd met het vereiste van fair play.
De klacht dat de reden van aanhouding niet is meegedeeld is niet gegrond.
