Verzoeker wilde rijexamen doen, maar het CBR weigerde hem toe te laten tot het examen, omdat hij geen vaste verblijfstitel had. Daardoor zou hij volgens het CBR bij de gemeente niet in aanmerking voor een rijbewijs komen.
Verzoeker klaagt erover dat het CBR hem geen rijexamen wilde laten afleggen.
Dat het CBR mensen wil waarschuwen voor de grote kans dat zij geen rijbewijs kunnen verkrijgen, is lovenswaardig. Om mensen te weigeren om mee te doen aan het rijexamen, gaat een stap te ver. Uiteindelijk is het de verantwoordelijkheid van de betrokkene om af te wegen of hij al dan niet examen wil doen, nadat het CBR hem heeft gewezen dat er zonder vaste verblijfstitel geen recht is op verkrijging van het rijbewijs.
De gedraging is in strijd met het redelijkheidvereiste.
Het CBR wordt aanbevolen om kandidaten niet meer te weigeren om rijexamen te doen op grond van hun verblijfsstatus, maar hen dringend te adviseren om geen rijexamen te doen.