In verband met een dreigende executoriale verkoop van goederen van verzoekster op 28 augustus 2007, hadden er gesprekken plaatsgevonden tussen de Belastingdienst/Holland Midden en de gemachtigde van verzoekster. De Belastingdienst verleende verzoekster daarop op 23 augustus 2007 uitstel van betaling. Niettemin ontstond bij verzoekster twijfel over het al dan niet doorgaan van de executoriale verkoop onder meer doordat zij op 27 augustus 2007 een fax ontving dat de executie verkoop toch doorgang zou hebben.
Verzoekster klaagde er over dat de Belastingdienst haar fax van 27 augustus 2007 niet in behandeling heeft genomen. In dit faxbericht verzocht verzoekster om een bevestiging dat de executoriale verkoop geen doorgang zou vinden.
De Nationale ombudsman overwoog dat de Belastingdienst, gelet op de inhoud van het faxbericht, te weten de bij betrokkene ontstane twijfel of de voor de volgende dag geplande executoriale verkoop inderdaad geen doorgang zou vinden, niet kunnen volstaan met het sturen van een standaard reactie naar aanleiding van het ontvangen van een faxbericht.
Door niet de spoedeisendheid van het faxbericht te onderkennen heeft de Belastingdienst jegens verzoekster gehandeld in strijd met het vereiste van administratieve nauwkeurigheid. De Nationale ombudsman oordeelde dat de onderzochte gedraging niet behoorlijk was.
