Op 27 januari 2009 vond een bromfietsdiefstal plaats in de woonplaats van verzoekers. Het signalement van een van de daders kwam volgens de politie overeen met dat van een van de verzoekers, Y. De politie stelde direct onderzoek in bij de woning van verzoekers. Later op de avond werd een jongen die de dader bleek te zijn van de bromfietsdiefstal aangehouden. De politie is vervolgens naar de woning van Y. gegaan om te zeggen dat hij geen verdachte meer was en ook niet naar het politiebureau hoefde te komen. Door de betrokken agenten zijn excuses aangeboden voor de vergissing en de overlast die dit met zich meebracht.
Verzoekers beklagen zich erover dat een overmacht van politieambtenaren naar hun huis is gekomen om Y. C. aan te houden. Daarnaast beklagen zij zich dat de familie door hun omgeving wordt gestigmatiseerd als gevolg van het politieoptreden. Tot slot verwijten verzoekers de politie geen actie te hebben ondernomen om bekend te maken dat er sprake is geweest van een vergissing
De Nationale ombudsman stelde in zijn rapport vast dat Y. op grond van de gegevens uit het BPS voldoet aan de criteria om als veelpleger te worden aangemerkt en daarvan op de hoogte was op het moment dat de politie zijn woning bezocht.
De beslissing om in plaats van de gebruikelijke twee eenheden tezamen bestaande uit vier personen een extra eenheid van twee personen en een diensthond achter de hand te hebben acht de Nationale ombudsman niet disproportioneel.
De Nationale ombudsman is er niet van overtuigd dat de stelling van de familie dat zij door buurtgenoten worden genegeerd en gestigmatiseerd direct in verband gebracht kan worden met de gebeurtenis van januari 2009..
De Nationale ombudsman ziet niet in waarom de politie in dit specifieke geval over had moeten gaan tot een rectificatie, nu zij op geen enkele wijze openbaar heeft gemaakt dat Y. als verdachte aangemerkt is geweest..
De Nationale ombudsman acht de inzet van de politie niet in strijd met het evenredigheidsvereiste, de stelling dat de familie is gestigmatiseerd als gevolg van het politieoptreden in januari 2009 niet aannemelijk. Verder stelt de Nationale ombudsman stelt vast dat de weigering van de politie om een rectificatie in een plaatselijke krant te laten plaatsen niet in strijd is met het vereiste van actieve en adequate informatieverstrekking. De klacht over de onderzochte gedraging van de beheerder van het regionale politiekorps Utrecht uit Utrecht, is niet gegrond.