Verzoekster klaagt erover dat de politie Haaglanden geweigerd heeft een aangifte op te nemen. Verzoekster gaf aan dat zij bedreigd was door haar aannemer. De politie, die na een 112 melding ter plaatse was gekomen, was van mening dat er sprake was van een civiele kwestie. Ook nadat verzoekster op het bureau haar verhaal was komen vertellen bleef de politie van mening dat er sprake was van een civiel conflict en nam zij geen aangifte op.
Afgaande op de 112 melding en hetgeen de betrokken politieambtenaar heeft verklaard over de situatie die zij bij de woning van verzoekster aantrof, is de Nationale ombudsman van oordeel dat de politie er redelijkerwijs van uit kon gaan dat er geen sprake was van het strafbare feit bedreiging. Uit de melding komt naar voren dat verzoekster bang is voor haar aannemer, maar dat concrete bedreigingen waren geuit door de aannemer blijkt daaruit niet. Immers, in de melding spreekt verzoekster van het bonken op de voordeur en dat er iemand met de sleutel bezig is. De Nationale ombudsman begrijpt dat verzoekster het bonken op de voordeur door haar aannemer - waarmee zij een conflict heeft - als beangstigend heeft ervaren. Dit betekent echter niet automatisch dat er dan ook sprake is van een bedreiging. Dat de politie heeft geconcludeerd dat hier sprake is van een civiel conflict kan de Nationale ombudsman dan ook volgen.
Vereiste van fair play - behoorlijk
Overig klachtonderdeel
- afwijzen verzoek schadevergoeding, behoorlijk. Redelijkheidsvereiste.
