Het kindgebonden budget is een maandelijkse bijdrage van de overheid voor gezinnen met kinderen. De Nationale ombudsman ontvangt met enige regelmaat klachten van co-ouders die het kindgebonden budget mislopen. Co-ouders zorgen samen in ongeveer gelijke mate voor de kinderen, maar wonen niet op hetzelfde adres. Zij klagen erover dat de Sociale Verzekeringsbank (SVB) en de Belastingdienst/Toeslagen (Toeslagen), handelend onder de verantwoordelijkheid van de Minister van Financiën, drempels opwerpen om toegang te krijgen tot het kindgebonden budget. Het gaat om aanzienlijke bedragen van maximaal 96 euro per maand voor één kind, ongeveer 177 euro per maand voor twee kinderen en ongeveer 200 euro per maand voor drie kinderen. Voor ouders met een inkomen op bijstandsniveau is het kindgebonden budget noodzakelijk als aanvulling om in hun levensonderhoud te kunnen voorzien. Dat is ook het doel van de regeling van het kindgebonden budget: inkomensondersteuning bieden aan financieel kwetsbaren.
De Nationale ombudsman heeft vastgesteld dat de regeling ingewikkeld wordt in het geval van co-ouderschap. De regeling volgt ook niet de maatschappelijke ontwikkeling dat steeds meer ouders co-ouderschap aangaan. Die co-ouders krijgen moeilijk toegang tot het kindgebonden budget. Het is daarom van groot belang dat co-ouders en ouders die scheiden, goed geïnformeerd worden zodat zij weloverwogen keuzes kunnen maken, ook als hun situatie later verandert.