Een goed begin van een infrastructureel rijksproject is van cruciaal belang voor een positieve ervaring en uitkomst van het participatieproces. De Nationale ombudsman constateerde dit in oktober 2019 in het onderzoek gericht op participatie bij infrastructurele rijksprojecten van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.
De ombudsman realiseerde zich dat het inrichten en uitvoeren van zo'n participatieproces voor de overheid geen eenvoudige taak is. Tussen de theorie en de praktijk van participatie bij infrastructurele rijksprojecten zit een spanningsveld. De ombudsman gaf daarom 4 randvoorwaarden om het participatieproces naar een hoger plan te tillen:
- Geef als bestuur duidelijkheid over de kaders
- Zorg voor een open houding en gedrag van ambtenaren
- Stel voldoende tijd en geld beschikbaar;
- Evalueer en pas geleerde lessen toe.
Hoe gaat het nu?
In 2021 sprak de ombudsman met de minister en de directie Participatie over de ervaringen van het ministerie met het op een behoorlijke wijze invulling geven aan de randvoorwaarden. Volgens de ombudsman heeft het ministerie stappen gezet voor wat betreft de uitvoering van de randvoorwaarden. Daarnaast trekt het ministerie lessen uit de ingezette acties en gebruikt die weer in nieuwe projecten.
Het Overlegorgaan Fysieke Leefomgeving stelde in haar rapport van september 2020 "Lessen in participatie" vast, dat de politieke en bestuurlijke context waarbinnen medewerkers van het ministerie hun werk doen, sterk bepalend is voor het succes van participatie. De minister gaf de ombudsman aan dat er binnen haar ministerie op dit punt lerend vermogen is, maar dat de waan van de dag sterk kan zijn, zeker tijdens de coronacrisis. Tijd inruimen voor participatie is volgens de minister soms een uitdaging.
Ervaringen met (online) participatie tijdens de coronacrisis
Eén van de lessen die het ministerie leerde is dat in de toekomst bij ieder participatieproject afhankelijk van de context en de doelgroep gekeken wordt of een mix tussen on- en offline mogelijk is. De ombudsman onderschrijft dit. Burgers willen namelijk rekening kunnen houden met veranderingen en willen de mogelijkheid hebben om invloed uit te oefenen.
Hoe verder?
Het ministerie liet de ombudsman weten verder uitvoering te geven aan de randvoorwaarden. De ombudsman vindt dit positief en zal over twee jaar weer het gesprek aangaan met de minister.