Het Openbaar Ministerie houdt zich structureel niet aan de doorzendtermijn voor zogeheten Mulderberoepen. Burgers ervaren het als zeer onrechtvaardig dat zij hun rechten verliezen na de geringste termijnoverschrijding, terwijl aan de ruime overschrijdingen door het Openbaar Ministerie geen enkele consequentie is verbonden. In zijn rapport over de behandelingsduur van beroep tegen verkeersboetes en van de behandelingsduur van verzetschriften tegen strafbeschikkingen schrijft Nationale ombudsman Reinier van Zutphen: 'het getuigt niet van besef van wat een normering voor de overheid betekent en wat het effect is op de burger van het schenden van de wettelijke norm'.
In 2014 constateerde de Nationale ombudsman al dat het overschrijden van de doorzendtermijn een structureel probleem is. Hij kondigde toen aan de situatie te blijven volgen. Nu concludeert de Nationale ombudsman dat er wel verbeteringen zijn, maar dat deze nog onvoldoende zijn.
Als iemand een bekeuring heeft gekregen voor een verkeersovertreding, kan hij daartegen administratief beroep instellen bij de Officier van Justitie. Krijgt de burger geen gelijk, dan kan hij binnen zes weken beroep instellen bij de rechtbank. Het beroepschrift moet naar de Centrale Verwerking Openbaar Ministerie (CVOM) worden gestuurd en die stuurt het beroep door naar de rechtbank. De CVOM ontving in 2015 ca 50.000 beroepschriften en deed er gemiddeld 177 dagen over om ze door te sturen, terwijl de wet voorschrijft dat het beroep binnen 42 dagen dient te worden doorgestuurd. De ombudsman ziet wel een daling ten opzichte van vorige jaren, maar het is nog steeds onaanvaardbaar hoog. 'De minister van V&J en het OM zien onvoldoende de noodzaak om zich aan wettelijke doorzendtermijn te houden', aldus Van Zutphen.
Ook de behandelingsduur van verzetschriften is veel te lang. Verzetschriften kunnen mensen indienen nadat zij een strafbeschikking hebben gekregen voor bijvoorbeeld rijden onder invloed, winkeldiefstal en bedreiging. In 2015 zijn bijna 30.000 verzetschriften ingediend. Die werden sneller dan voorheen afgehandeld, maar de behandeling duurde nog een jaar en ook dit is onaanvaardbaar hoog. De procureur-generaal bij de Hoge Raad doet momenteel ook onderzoek naar de verzetsprocedure.
Update 24 september 2018
Onderzoek naar de doorzendtermijn van Mulderberoepen en de behandelingsduur van verzetschriften
Het Openbaar Ministerie slaagt er steeds beter in de doorzendtermijnen en de behandelingsduur van verzetschriften te verkorten. Dit concludeert de Nationale ombudsman nadat hij anderhalf jaar geleden in een rapport oordeelde dat het OM in strijd met het vereiste van voortvarendheid handelde. Ombudsman Reinier van Zutphen zei destijds: 'De wijze waarop met klachten over het overschrijden van de doorzendtermijn wordt omgegaan, getuigt niet van besef van wat een normering voor de overheid betekent en welke impact het schenden van een wettelijke norm op de burger heeft'.
Het aantal klachten bij de Nationale ombudsman over de doorzendtermijnen en behandelingsduur van verzetschriften is inmiddels teruggelopen. De ombudsman bracht ook een werkbezoek aan het OM. Hij ziet dat het belang van de (wettelijke) termijnen meer aandacht heeft gekregen. De ombudsman blijft de ontwikkelingen met aandacht volgen, onder meer door geregeld overleg met het OM.