Zes grote overheidsinstanties en gerechtsdeurwaarders gaan de beslagvrije voet ook bij bankbeslag respecteren. Tot deze afspraak zijn zij gekomen tijdens de bijeenkomst die Nationale ombudsman Reinier van Zutphen hierover eind januari organiseerde. De deelnemers onderschrijven verder dat bankbeslag niet gelegd mag worden bij mensen die wel willen maar niet kunnen betalen. Zo voorkom je zinloze en onnodige bankbeslagen. Tot slot wijzen zij op de noodzaak de toepassing van de beslagvrije voet bij bankbeslag uiteindelijk ook in de wet vast te leggen. Van Zutphen heeft de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid opgeroepen zo snel mogelijk te komen tot een voorstel om dit laatste te realiseren.
Wat is er aan de hand?
De beslagvrije voet is het deel van het inkomen dat iemand minimaal nodig heeft voor levensonderhoud. Daarop mag geen beslag gelegd worden. Bij beslag op loon of uitkering geldt de wettelijke bescherming van de beslagvrije voet. Bij beslag op bankrekening geldt dit echter niet. Dit leidt tot een merkwaardige situatie: het bedrag dat de werkgever aan het eind van de maand stort op de bankrekening van de schuldenaar, het bedrag dat overblijft na toepassing van de beslagvrije voet, wordt alsnog ingevorderd via beslag op de bankrekening.
Dit ondergraaft de werking van de beslagvrije voet. Om dat te voorkomen, hebben Belastingdienst, CJIB, DUO, LBIO, SVB, UWV nu met elkaar afgesproken de beslagvrije voet bij bankbeslag 'informeel' te respecteren. Ook al hoeven zij dit niet, omdat het niet in de wet is vastgelegd. De Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG) heeft aangegeven dat gerechtsdeurwaarders de beslagvrije voet alleen bij bankbeslag kunnen toepassen als hun opdrachtgevers daarmee akkoord gaan.
Op 11 maart sprak de Nationale ombudsman in Vara's Kassa over dit onderwerp. Kijk hier de uitzending terug.