Mensen die vragen om een persoonlijke betalingsregeling om een huur-, zorg- en/of kinderopvangtoeslag terug te betalen, moeten sinds eind 2011 vijf tot zes maanden wachten voordat zij antwoord krijgen van de Belastingdienst. Er is dan al een probleem omdat de Belastingdienst die schulden al één of twee maanden heeft ingehouden op de lopende toeslagen. De Nationale ombudsman, Alex Brenninkmeijer, heeft de Tweede Kamer verzocht de minister van Financiën om maatregelen te vragen. De Belastingdienst heeft hem nu uiteindelijk toegezegd meer personeel in te zetten om in de komende maanden de achterstanden weg te gaan werken.
Ombudsman Brenninkmeijer: 'Het gaat om mensen met een laag inkomen die de toeslag absoluut niet kunnen missen. Ook als de Belastingdienst een toeslag maar één of twee maanden niet uitbetaalt, zakken mensen vaak door het bestaansminimum en moeten zij geld lenen van familie en kennissen om simpelweg boodschappen te kunnen betalen.'
Informatie en traagheid frustreren
Inmiddels gaat het om 9.000 verzoeken, die de Belastingdienst nog moet afhandelen. De gemiddelde behandelingsduur is opgelopen naar zes maanden, terwijl de wettelijke termijn acht weken is. Tijdens de behandeling is de Belastingdienst helemaal niet in staat informatie te geven over de situatie van degene die het betreft. 'Dat frustreert mensen en hulpverleners enorm,' aldus Brenninkmeijer.
Terugbetaling toeslagen
De Belastingdienst betaalt de toeslagen als voorschot uit. Bij de definitieve berekening die veel later volgt, kan blijken dat mensen nog extra toeslag krijgen of juist moeten terugbetalen. Dat kan bijvoorbeeld als iemand in dat jaar een baan vindt of gaat scheiden, waardoor het inkomen stijgt of daalt. Als je niet ineens kunt betalen, mag je een betalingsregeling vragen die rekening houdt met je beperkte betalingscapaciteit.