Duizenden mensen in financiële problemen
Het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) heeft flinke steken laten vallen bij de afbouw van de verstrekking van huursubsidie. En de Belastingdienst is bij de toekenning van de huur- en zorgtoeslag in gebreke gebleven. Daardoor zijn veel kwetsbare mensen in grote financiële problemen geraakt. Dit concludeert de Nationale ombudsman, Alex Brenninkmeijer, naar aanleiding van twee onderzoeken. Hij pleit voor meer aandacht voor de positie van de burger bij grote stelselwijzingen.
Op 1 januari 2006 trad nieuwe wetgeving op het terrein van de huur- en zorgtoeslag in werking. Vanaf dat moment werd huursubsidie, huurtoeslag. De verantwoordelijkheid werd door het Ministerie van VROM overgedragen aan de Belastingdienst. De Nationale ombudsman kreeg in 2005 steeds meer klachten over de trage behandeling van bezwaarschriften en brieven over huursubsidie door het Ministerie van VROM. Dat was ook in 2006 nog het geval. Daarnaast klaagden heel veel mensen over de verstrekking van huur- en zorgtoeslag door de Belastingdienst.
Te weinig personeel
Op papier zagen de plannen voor de overgang van huursubsidie naar huurtoeslag er goed uit. De Belastingdienst en het Ministerie van VROM hebben zich ingezet voor een goede uitvoering. In de praktijk ging het echter mis. In 2005 is een convenant gesloten tussen het Ministerie van VROM en de Belastingdienst voor de overgang van personeel. Door het Ministerie van VROM zijn ramingen opgesteld voor de verwachte aanvragen, bezwaarschriften en andere correspondentie. Maar in de praktijk bleek dat de ramingen van het resterende werk dramatisch werden overschreden. Er was vanuit gegaan dat er op 1 april 2006 geen werkvoorraad meer zou zijn, maar er lagen nog 12.000 brieven en 2.400 bezwaarschriften. Eén van de oorzaken was dat vrijwel al het geschoolde personeel al in 2005 naar de Belastingdienst was vertrokken. Veel burgers kregen daardoor lange tijd geen of te weinig huursubsidie en kregen geen antwoord op hun vragen.
Vanaf de invoering van nieuwe wetgeving op 1 januari 2006 speelden bij de Belastingdienst twee problemen. In de eerste plaats werkte de automatisering niet naar behoren. Hierdoor kregen veel burgers niet of niet tijdig waar ze recht op hadden. Daarnaast had de Belastingdienst onvoldoende capaciteit om klachten en vragen van burgers op te vangen. Daardoor bleven brieven en bezwaarschriften te lang liggen en werden burgers niet adequaat geïnformeerd.
Burger centraal
Volgens de Nationale ombudsman is te voorspellen dat burgers bij grote stelselwijzigingen met fouten geconfronteerd worden en met vragen en onzekerheden zitten. Door dit van tevoren in kaart te brengen en bij voorbaat al maatregelen te treffen, hoeft de burger niet de dupe te worden. Hij pleit ervoor dat bij de uitvoering van dit soort wetswijzigingen de belangen van burgers centraal staan.