Jongeren met ernstige gedragsproblemen worden in afwachting van een plaats in een justitiële behandelinrichting, geplaatst in een justitiële opvanginrichting samen met criminele jongeren. De Nationale ombudsman constateert dat die tijdelijke plaatsing ontoelaatbaar lang duurt en dat daardoor deze jongeren te lang verstoken blijven van behandeling. Bovendien ziet hij ernstige problemen op het gebied van samenplaatsing van criminele en niet-criminele jongeren. Aan zijn onderzoek verbindt de Nationale ombudsman diverse aanbevelingen om de situatie te verbeteren. Alles moet erop gericht zijn om tijdelijke plaatsing in een opvanginrichting maximaal zes weken te laten duren. Jongeren zitten nu vaak maandenlang in deze tijdelijke opvang.
Er zijn in Nederland twee soorten justitiële jeugdinrichtingen voor jongeren tussen 12 en 18 jaar oud: enerzijds zijn dit behandelinrichtingen voor bijvoorbeeld jongeren met een strafrechtelijke maatregel tot behandeling en jongeren met ernstige gedragsproblemen, anderzijds zijn er opvanginrichtingen met een strafrechtelijk regime waar criminele jongeren hun straf uitzitten. Er is een tekort aan het aantal plaatsen in een behandelinrichting. Daarom worden jongeren met ernstige gedragsproblemen die voor een plaats in aanmerking komen tijdelijk geplaatst in een opvanginrichting tussen criminele jongeren. In 2004 betrof dit circa 150 jongeren. Volgens het Ministerie van Justitie duurde dat tijdelijke verblijf in 2003 gemiddeld 132 dagen. Aanleiding voor het onderzoek van de Nationale ombudsman was onder meer een klacht van een meisje dat bijna tien maanden in een opvanginrichting verbleef.
Verblijf duurt te lang
Dat is veel te lang, stelt de Nationale ombudsman. Concrete wettelijke bepalingen ontbreken op dit punt. Wel is op grond van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens bepaald dat doorplaatsing zo snel mogelijk moet gebeuren (speedily). Daarnaast geldt in de jeugdhulpverlening een termijn van zes weken (42 dagen) als een redelijke termijn voor vrijwillige crisisopvang in een niet justitiële inrichting. Deze termijnen worden ruimschoots overschreden bij de tijdelijke opvang van niet-criminele jongeren in opvanginrichtingen. Dat is niet alleen in strijd met het verdrag, maar ook onwenselijk gelet op de verblijfsomstandigheden in de opvanginrichtingen.
De minister van Justitie beroept zich bij de lange tijdsduur op capaciteitstekort bij de behandelinrichtingen. De Nationale ombudsman constateert echter dat dit probleem al lange tijd speelt, terwijl er geen sprake is geweest van onvoorziene of uitzonderlijke omstandigheden. Ook is niet gebleken dat de minister actief heeft gezocht naar alternatieven voor deze jongeren. De Nationale ombudsman vindt dan ook dat de minister niet behoorlijk heeft gehandeld en doet hem de aanbeveling om alle aandacht te richten op het doorplaatsen binnen zes weken van niet-criminele jongeren die behandeling nodig hebben.
Verblijfsomstandigheden
De Nationale ombudsman constateert diverse knelpunten in de omstandigheden waaronder niet-criminele jongeren verblijven in opvanginrichtingen. Ten eerste wordt de jongeren gedurende het verblijf geen behandeling geboden. De opvanginrichtingen zijn hier per definitie niet voor bedoeld. Daarvoor zijn de behandelinrichtingen. Bij een tijdelijk verblijf van circa zes weken is dit nog aanvaardbaar. Nu het daadwerkelijke verblijf van niet-criminele jongeren in opvanginrichtingen veel langer duurt dan zes weken, is het gebrek aan behandeling voor deze groep jongeren nijpend en in strijd met het doel van de plaatsing. De jongeren worden immers uit huis geplaatst in een justitiële jeugdinrichting om problemen of stoornissen te voorkomen, te verminderen of op te heffen die hun ontwikkeling naar volwassenheid ongunstig kunnen beïnvloeden.
Ook aan uitgebreid en gevarieerd onderwijs ontbreekt het de jongeren gedurende de tijdelijke opvang. In de opvanginrichtingen wordt standaard onderwijs aangeboden op VMBO-niveau. Het onderwijsaanbod in de behandelinrichtingen is meer uitgebreid en gevarieerd vanwege de veel langere verblijfsduur en vanwege de meer individuele behandeltrajecten. Nu de jongeren veel langer dan enkele weken verblijven in de opvanginrichtingen constateert de Nationale ombudsman ook hier een knelpunt.
Samenplaatsing met criminele jongeren
In de opvanginrichtingen zitten de jongeren met ernstige gedragsproblemen vaak op dezelfde afdeling als criminele jongeren die in de inrichting een straf uitzitten of in voorlopige hechtenis zitten. Bij samenplaatsing onder een strafrechtelijk regime wordt volgens de Nationale ombudsman onvoldoende rekening gehouden met de behoefte van jongeren met gedragsproblemen. Bovendien kunnen ook kinderen jonger dan 12 jaar vanwege gedragsproblemen in een opvanginrichting worden opgevangen. Hierbij is volgens deskundigen gevaar voor negatieve beïnvloeding, overnemen van crimineel gedrag en angst voor criminele jongeren. Zij geven aan dat het strafrechtelijke regime in de opvanginrichtingen niet geschikt is voor jongeren met ernstige gedragsproblemen.
Aanleiding
Aanleiding voor het onderzoek was een klacht van een meisje met ernstige gedragsproblemen dat op 12-jarige leeftijd bijna tien maanden in een opvanginrichting verbleef in afwachting van een plek in een behandelinrichting. Zij klaagde over de lange verblijfsduur. Signalen uit de maatschappij, zoals het manifest van de Werkgroep Kinderrechters (10 februari 2004) en de eindconclusies van het Internationaal Comité inzake de Rechten van het Kind (26 februari 2004) hebben er daarnaast toe bijgedragen dat de Nationale ombudsman zijn onderzoek heeft uitgebreid naar de omstandigheden tijdens het verblijf.