Vanaf morgen, 25 maart 1999, staat het instituut van de Nationale ombudsman in de Grondwet. Er wordt een nieuw artikel ingevoegd, dat de hoofdtaak van de Nationale ombudsman en de hoofdlijn van diens benoemingsprocedure omschrijft. De grondwetswijziging markeert de volwassenwording van het klachtrecht van burgers tegen de overheid, en de verankering van het instituut van de Nationale ombudsman in het Nederlandse staatsbestel.
Tot nu toe had de Nationale ombudsman, die op 1 januari 1982 zijn werk begon, alleen impliciet een basis in de Grondwet. De bevoegdheid en werkwijze van de Nationale ombudsman zijn nader geregeld in de Wet Nationale ombudsman (van 4 februari 1981).
Het nieuwe artikel 78a over de Nationale ombudsman wordt ingevoegd in hoofdstuk 4 van de Grondwet. Dit is het hoofdstuk waarin ook twee andere Hoge Colleges van Staat, de Raad van State en de Algemene Rekenkamer, hun plaats hebben.
De wijziging van de Grondwet wordt morgen bekend gemaakt in het Staatsblad (133), en treedt direct daarna in werking.