‘Wie doet er mee in 2030?’ Tijdens een congres op 31 oktober 2019 bracht de Nationale ombudsman alles bijeen uit een jaar toekomstverkenning naar de relatie burger en overheid in 2030. Samen met meer dan 400 deelnemers zetten we de klok 10 jaar vooruit, om te zien hoe burgers dan het best geholpen zijn als zij vast lopen bij de overheid of in systemen, wetten en regels.
‘Wie doet er mee?’ Het zat al in de titel van het congres: niet alleen luisteren, maar vooral doen. Naast het plenaire programma bood het congres ook een menu aan interactieve break-out sessies. We vroegen bezoekers wat ze van de sessies vonden. In hoeverre sloot de inhoud aan op hun werk? En wat is hun eigen visie op de relatie tussen burger en overheid in 2030? Wij spraken deelnemer Coen van Dijk over zijn ervaringen. Coen is projectmedewerker EUREGIO/EURES-adviseur.
De veranderende relatie tussen burger en overheid is een belangrijk thema voor het grensoverschrijdende samenwerkingsverband EUREGIO. ‘Zo hebben Duitsers geen DigiD’, noemt Coen van Dijk. ‘Terwijl de communicatie met de Nederlandse overheid vandaag de dag vooral op die manier loopt.’ Ook vinden zowel Nederlanders als Duitsers het lastig telefonisch contact te krijgen met de overheid.
Van Dijk was aanwezig bij de break-out sessie Doenvermogen: wat mag je verwachten? Die sessie ging over het rapport Weten is nog geen doen van de Wetenschappelijke Raad voor Regeringsbeleid (WRR). In het kort: Kennis en intelligentie volstaan niet om zelfredzaam te zijn. Ook mensen met een goede opleiding kunnen in moeilijkheden komen.
"Alles gaat in golfbewegingen"
‘Heel relevant’, noemt Van Dijk het rapport van de WRR. ‘Bij EUREGIO speelt het doenvermogen van mensen zeker een rol. Ook werknemers van grote multinationals, met een jaarinkomen van een ton, komen soms in de problemen met hun belastingaangifte.’
‘Hoe is het met het doenvermogen van EUREGIO zelf gesteld? ‘We doen regelmatig klanttevredenheidsonderzoeken’, stelt Van Dijk. ‘We vragen mensen of er verbeterpunten zijn.’ Als dat zo is, doen we daar iets aan.’ Veel grenswerkers stellen het op prijs dat de grensinfopunten fysiek te bezoeken zijn. Dat is belangrijk, vindt Van Dijk. Want het werk dat hij doet, is één en al maatwerk. ‘Of het voor jou voordelig is in Duitsland te werken, hangt van allerlei aspecten af. Heb je een gezin? Een koopwoning? Ga zo maar verder.’
Hoe verwacht Van Dijk dat de relatie burger-overheid er in 2030 uitziet? ‘Het gaat altijd in golfbewegingen’, constateert hij. ‘Een aantal jaar geleden moest het contact zoveel mogelijk digitaal gaan. Er was toch internet? Nu pleit de regering weer voor de persoonlijke touch. Ik hoop dat het over tien jaar een combinatie van beide is. Face-to-face voor de mensen die dat nodig hebben en digitaal voor degenen die dát juist prefereren.’