De overheid moet beter zorgen voor familieleden van veteranen

Nog te vaak vergeten

Op deze pagina

    Column

    De man van Lotte (niet de echte naam) heeft een Posttraumatische stressstoornis (PTSS). Hij is een veteraan en heeft als militair heftige dingen meegemaakt. Door zijn klachten heeft hij veel zorg nodig, die vooral Lotte hem geeft. Ze is daar de hele dag mee bezig en kan daardoor niet meer werken. Haar leven staat helemaal in teken van haar man en ze krijgt geen steun of hulp. 

    Vrouw van middelbare leeftijd staat bij haar huis aan het water

    Na jaren vindt Lotte online een Facebook-groep van partners van veteranen. Daarin delen mensen zoals zij hun ervaringen met elkaar. Ze heeft veel aan dat contact. Ze hoort via die groep ook over de positieve invloed van hulphonden op veteranen. Ze gaat zelf aan de slag en zorgt dat haar man een hulphond krijgt. Die hond doet haar man heel goed. Zo goed, dat Lotte hem minder hoeft te helpen. Na vijf jaar intensieve zorg, kan ze zelfs weer aan het werk. 

    Hulp nodig

    Maar ondanks verschillende therapieën en de hulphond gaat het soms heel slecht met haar man. Als zij plotseling hulp nodig hebben, belt Lotte weleens met een speciaal noodnummer van het Nederlands Veteraneninstituut. Tot haar verbazing krijgt ze vaak te horen dat ze dan de politie of huisartsenpost moet bellen. Wat heeft zo'n noodnummer dan voor zin, vraagt ze zich af. Soms komt er ook wel eens een maatschappelijk werker bij hen langs.  Maar die komt dan alleen voor haar man, en niet voor haar. 

    Zelf ook klachten

    Inmiddels zijn Lotte en haar man uit elkaar. Door de traumatische relatie heeft nu ook zij PTSS. Helaas is zij niet de enige. In Nederland leven 100.000 veteranen. Dat zijn (oud)militairen die voor Nederland op missie zijn geweest. Sommigen van hen komen terug met lichamelijke of geestelijke klachten. Het zijn dan vaak partners, kinderen of ouders die hen helpen. Daarbij geven zij vaak voorrang aan het welzijn van de veteraan. 

    Waar kan ik terecht?

    Door de altijd aanwezige zorgen en stress kunnen familieleden zelf klachten krijgen. Net als bij Lotte. Ook voelt een deel van de partners en kinderen zich niet gezien en gehoord door de overheid. En ze weten vaak niet waar ze terecht kunnen voor hulp voor hun veteraan of zichzelf.  Dat blijkt uit ons onderzoek hierover. 

    Dit moet beter

    Dit moet en kan beter, vind ik. Het zijn de familieleden die veteranen helpen en verzorgen als zij terugkomen van een missie. Daarmee ontzorgen zij de overheid. Als zij daarna zelf vastlopen en hulp nodig hebben, moet de overheid er ook voor hen zijn.

    Deze column is ook verschenen in De Telegraaf van 14 december 2024.

    De persoon op de foto is niet de persoon uit de tekst.