Saran (niet de echte naam), haar man Zaid (niet de echte naam) en hun drie kinderen vluchtten drie jaar geleden vanuit Syrië naar Nederland. Ze kregen toen een verblijfsvergunning. Je wordt dan statushouder genoemd. Na een jaar in het asielzoekerscentrum kregen ze een sociale huurwoning toegewezen in een dorpje. Ze wonen hier nu met plezier, maar ze hebben moeite om financieel rond te komen. Saran en Zaid hebben beiden geen vast inkomen en zijn daarom afhankelijk van een bijstandsuitkering. Naast de gebruikelijke kosten zoals de huur en dagelijkse boodschappen, moeten ze zich helaas om nog meer kosten zorgen maken.
Geld lenen voor je inrichting
Toen ze in hun woning terechtkwamen, moest het natuurlijk nog ingericht worden. Hiervoor kregen ze van hun gemeente een inrichtingskrediet. Dat is een geldbedrag in de vorm van een lening waarmee statushouders meubels en apparatuur voor het huis kunnen kopen. Omdat het geen gift is, maar een lening, moet het geld uiteindelijk terugbetaald worden aan de gemeente. Saran en Zaid proberen het bedrag snel af te betalen aan de gemeente. Maar dit is lastig met een minimuminkomen.
Geen reiskostenvergoeding
Er zijn nog andere kosten die het rondkomen lastig maken. Zo gaan Saran en Zaid wekelijks naar taalles. Deze les wordt niet in hun dorp gegeven, maar in een stad verderop. Elke week moeten ze een flink stuk naar de taalschool toe reizen. Maar de reiskosten vergoedt hun gemeente helaas niet. Saran vindt dat niet eerlijk. Ze heeft namelijk van andere statushouders uit andere gemeenten gehoord dat zij wel deze reiskosten vergoeden. "Wij zijn hier gewoon neergezet", zegt Saran. "Waar je woont zou niet moeten uitmaken of je wel of geen vergoeding krijgt".
Financieel extra kwetsbaar
De financiële problemen waar Saran en haar gezin tegenaanlopen gelden helaas voor veel statushouders. Statushouders ervaren soortgelijke problemen als andere sociale minima, maar zijn door hun specifieke omstandigheden financieel extra kwetsbaar. Zij hebben bijvoorbeeld nog geen of weinig kennis van de Nederlandse taal en cultuur, missen een sociaal netwerk en hebben vaak geen financiële buffer. Soms hebben statushouders al schulden als ze in Nederland aankomen, omdat ze bijvoorbeeld geld moesten lenen voor hun vluchtreis.
Onderzoek
De Nationale ombudsman onderzocht daarom de financiële problemen van statushouders rond het sociaal minimum. Dit onderzoek is maandag 25 april 2022 gepubliceerd. Het is onderdeel van drie onderzoeken over verschillende groepen die rond het sociaal minimum leven. Dit is het eerste onderzoek dat uitkomt. De ombudsman onderzoekt ook de (financiële) problemen van jongeren in de bijstand en jongeren met een beperking.
De persoon op de foto is niet de persoon uit de tekst.
Deze column is ook verschenen in De Telegraaf van 23 april 2022.