Sandra (niet de echte naam) is ten einde raad. Haar broer zit vast in een gevangenis in Indonesië. Terwijl hij maanden geleden na een hoger beroep is vrijgesproken. Sandra weet niet waarom ze hem nog steeds vasthouden. Ze belt met de ambassade. Die verwijzen haar door naar het ministerie van Buitenlandse Zaken. Daar krijgt zij een contactpersoon toegewezen. Dat is fijn, want nu heeft ze iemand die haar kan helpen met het contact met de Indonesische overheid en de gevangenis.
Naar wie moet ik toe?
Haar contactpersoon komt erachter dat de gevangenis haar broer pas vrijlaat als de Indonesische overheid zijn geboorteakte heeft gezien. Daar moet ook nog een speciale stempel op, die aantoont dat het document echt is. Sandra gaat gelijk aan de slag en vindt snel de geboorteakte. Ze weet alleen niet waar ze die naartoe moet sturen. Ze probeert haar contactpersoon bij het ministerie te bellen, maar ze krijgt geen gehoor. En als ze een e-mail stuurt, duurt het dagen voordat hij terugmailt. Maar een adres heeft hij niet voor haar.
Geen stap verder
Sandra is nog steeds niet verder. De moed zakt haar in de schoenen. Ze heeft alles gedaan wat ze kon doen en moest doen. Het enige dat ze nodig heeft is een adres. En dat kan het ministerie van Buitenlandse Zaken haar blijkbaar niet geven. Ondertussen zit haar broer aan de andere kant van de wereld nog steeds vast in de gevangenis. Iedere dag is er één teveel.
Eindelijk een adres
Sandra is het zat en belt met de Nationale ombudsman. Collega Mira (niet de echte naam) neemt direct contact op met het ministerie om te vragen waarom het zo lang duurt. De medewerker die daar ze spreekt zegt dat ze dit bij haar collega zal navragen. Later die dag belt de contactpersoon van Sandra haar op. En dan geeft hij haar eindelijk het adres waar ze de geboorteakte van haar broer naar toe kan sturen. Plots is er schot in de zaak. En is de vrijlating van haar broer een stap dichterbij.
De burger kan niet wachten
Iedereen kan een keer een telefoontje of een e-mail missen. Maar als de overheid langere tijd niet reageert, kunnen burgers onnodig in de problemen komen. In dit geval heeft de broer van Sandra onnodig lang in de gevangenis doorgebracht. Dat is kwalijk. Mensen vragen niet zomaar hulp aan de overheid. En áls ze dat doen, moet de overheid er zijn voor haar burgers. En op tijd reageren op vragen of verzoeken. De burger kan niet wachten.
De persoon op de foto is niet de persoon uit de tekst.
Deze column is ook verschenen in De Telegraaf van 22 oktober 2022.