Tussen Cheyenne* en haar man Dennis* gaat het al maanden niet goed. Maar de laatste weken loopt het steeds vaker uit de hand. Dennis wordt alsmaar agressiever. Hij slaat haar en Cheyenne is bang dat Dennis hun zoontje Robbie* ook iets aan zal doen. Thuis voelt Cheyenne zich niet meer veilig. Ze wil bij Dennis weg. Maar waar kan ze heen? Bij haar moeder of zus kan ze niet terecht. Dan vindt Dennis haar meteen. De vrouwenopvang is haar enige optie. En dus vlucht ze samen met Robbie naar een opvanglocatie. Op wat speelgoed en kleding na moeten ze alles achterlaten.
Cheyenne is helaas lang niet de enige die zoiets meemaakt. Elk jaar vluchten zo'n 12.000 vrouwen naar een vrouwenopvanglocatie. Meestal samen met hun kinderen. De opvang is bedoeld als tijdelijke veilige haven. Om op adem te komen en om een huis en eigen inkomen te regelen. Maar in de praktijk lopen vrouwen in de opvang door overheidsregels tegen allerlei moeilijkheden aan.
In de zomer van 2017 publiceerden we daarover al een onderzoek: Vrouwen in de knel. Daarin brachten we in kaart waar vrouwen in de opvang tegenaan lopen. Zo kregen ze vaak niet te horen hoe hoog hun eigen bijdrage voor de opvang was. En konden ze zich lang niet altijd bij de gemeente inschrijven. Terwijl dat nodig is voor het regelen van bijvoorbeeld toeslagen of uitkeringen. Bij het verlaten van de opvang waren er ook problemen. Zo was het moeilijk om een huurwoning te krijgen omdat gemeenten vaak verschillende regels hebben voor het geven van voorrang.
Dit voorjaar wilden we weten wat gemeenten en het Rijk aan die knelpunten hebben gedaan. We zijn weer met opvangorganisaties gaan praten. En met de overheid. Deze week hebben we daarover het rapport Vrouwen uit de knel? Het vervolg uitgebracht.
We zien dat er langzaam beweging komt in de aanpak van de problemen. Dat geldt vooral voor de knelpunten bij de aanmelding voor de opvang en bij het verblijf in de opvang. Maar er zijn nog steeds veel moeilijkheden bij het verlaten van de opvang. Zo blijft het lastig om een huurhuis te krijgen. En als vrouwen vanuit de opvang naar een andere gemeente verhuizen, moeten ze uitkeringen en (schuld)hulpverlening vaak opnieuw aanvragen. Daardoor is het nog steeds moeilijk om een nieuwe start te maken, onafhankelijk van hun ex-partner.
Voor het oplossen van deze knelpunten zijn gemeenten én de Rijksoverheid samen aan zet. Zij moeten met de opvangorganisaties optrekken om vrouwen in de opvang te ondersteunen. Intussen blijven wij opvangorganisaties, gemeenten en het Rijk regelmatig vragen naar de voortgang. Want vrouwen als Cheyenne willen niets liever dan weer een zelfstandig bestaan opbouwen. En daarvoor hebben ze de medewerking van de overheid hard nodig.
*gefingeerde naam
De personen op de foto zijn niet de personen uit deze column
Deze column is eerder geplaatst in de Telegraaf van zaterdag 18 mei jl.