De oma van Marina* huurt van de gemeente al jaren een standplaats voor haar woonwagen. Na een kort ziekbed komt oma te overlijden. Marina erft de woonwagen van oma. Zij wil graag op de standplaats van haar oma wonen. Op het woonwagencentrum woont ook haar andere familie. De gemeente laat echter in een brief weten dat het huurcontract niet overgenomen mag worden door Marina. Sterker nog, de standplaats moet binnen veertien dagen worden ontruimd. Naast het regelen van de begrafenis, moet Marina er nu dus ook voor zorgen dat de woonwagen van oma weggetakeld wordt. Op de standplaats van oma worden betonblokken geplaatst.
De zoon van Sophia* wil ook graag op zichzelf gaan wonen. De gemeente waar ze wonen wijst standplaatsen toe op basis van het toewijzingsbeleid voor sociale huurwoningen. De zoon van Sophia verdient minder dan 22.000 euro per jaar. Met dit inkomen komt hij in aanmerking voor een standplaats. Een standplaats zonder woonwagen. De woningcorporatie verstrekt namelijk geen woonwagens. Zelf een woonwagen kopen kan haar zoon dan weer niet omdat hij daarvoor te weinig verdient.
Om zicht te krijgen op de problemen waar woonwagenbewoners tegenaan lopen, heeft de Nationale ombudsman in oktober 2016 een meldpunt geopend. Dit zijn twee voorbeelden van klachten die we hebben ontvangen. De boodschap van vrijwel alle klachten is steeds dezelfde: er is een tekort aan standplaatsen. De klachten over het standplaatsenbeleid van gemeenten vormen de basis van het onderzoek dat we in de afgelopen maanden hebben uitgevoerd.
Woonwagenbewoners hebben een eigen culturele identiteit waardoor ze in woonwagens leven. De Nederlandse overheid heeft diverse mensenrechtenverdragen medeondertekend waardoor ook Nederland moet zorgen dat de woonwagencultuur beschermd wordt en er voldoende standplaatsen voor hen zijn. Dit zodat woonwagenbewoners volgens hun tradities en culturele identiteit kunnen wonen. Uit ons onderzoek blijkt echter dat gemeenten niet goed op de hoogte zijn van deze verplichting en daardoor de bijzondere positie van woonwagenbewoners uit het oog verliezen.
De Nationale ombudsman heeft daarom een aantal aanbevelingen gedaan aan zowel de Rijksoverheid als gemeenten. Zo vinden wij dat de Rijksoverheid de regie zou moeten voeren en ervoor moeten zorgen dat gemeenten goed op de hoogte zijn van de bijzondere positie van woonwagenbewoners. Heeft u zelf een klacht over de manier waarop uw gemeente omgaat met woonwagenbewoners? Dien daarover eerst een klacht in bij de gemeente. Als u dat al gedaan heeft, neem dan contact op met ons. De Nationale ombudsman kan soms helpen om het gesprek met de gemeente op gang te krijgen en wijzen op de aanbevelingen uit ons rapport. Zodat woonwagenbewoners kunnen wonen op de manier die zij willen en niet meer hoeven zoeken naar een standplaats.
* gefingeerde naam