Willem* is op zijn vaste woonadres in Frankrijk als hij een telefoontje uit Nederland krijgt: de politie is zijn vakantiehuisje in Gelderland binnengedrongen en heeft daarbij veel schade gemaakt. Zo zijn de ramen gebroken en is de deur kapotgemaakt. Geschrokken belt Willem de politie. Wat is de reden van de inval, wat is er gebeurd?
De politie bleek te vermoeden dat in de villa van zijn buren een hennepkwekerij aanwezig was en is er binnengevallen. Omdat de politie dacht dat het huisje van Willem, dat vlak achter de grote villa ligt, erbij hoorde, zijn de agenten daar ook binnengedrongen.
Willem heeft niets met de illegale praktijken van zijn buren te maken en vraagt de politie om de schade aan zijn woning te vergoeden. De politie komt hem tegemoet met een klein bedrag van ongeveer 200 euro. Nu is Willem boos. Het repareren van de schade aan zijn huisje kost veel meer! Maar de politie beschouwt de zaak als afgedaan. Daarom schrijft Willem naar de Nationale ombudsman.
Wij begrijpen dat Willem graag meer kosten vergoed ziet, maar die moet hij dan wel kunnen specificeren met bijvoorbeeld een offerte van een aannemer of glaszetter, of met foto's van de geleden schade. Op ons verzoek laat Willem een aannemer de schade taxeren.
In de offerte staat een geschat schadebedrag van ruim 2500 euro. De politie wil dit bedrag niet zomaar vergoeden, omdat er in de offerte schadeposten staan waarvan niet direct duidelijk is dat deze door de politie kunnen zijn veroorzaakt. De ombudsman stelt in overleg met de politie voor om 1000 euro te vergoeden. Verdere bewijsvoering is dan niet nodig en Willem kan met dat bedrag de restschade ook zelf repareren. Daarmee is Willem tevreden. Hij kan zijn huisje opknappen en weer als vanouds van zijn bezoekjes aan Nederland genieten.
* Gefingeerde naam
