Jurjen* heeft een bedrijf dat onder andere elektrische auto's bouwt. Hij ontwikkelt een elektrische versie van de Volkswagen Caddy en wil die op de markt brengen. Voordat hij kopers kan zoeken, moet Jurjen de Caddy laten keuren door de Dienst Wegverkeer (RDW). Zonder positief keuringsrapport mag de auto de openbare weg niet op
In mei 2011 doet Jurjen een keuringsverzoek bij de RDW. Een maand later kan de keuring plaatsvinden. Maar wat blijkt: de inspecteur kan de keuring niet afmaken. Boosdoener zijn de strengere veiligheidseisen voor elektrische en hybride auto's die zijn ingevoerd. De RDW heeft nog niet alle kennis en testapparatuur om te kijken of Jurjens fabricaat daaraan voldoet.
Jurjen wil de keuring zo snel mogelijk rond hebben en vraagt de RDW wanneer dat kan. Maar hij krijgt geen duidelijk antwoord. De RDW moet eerst een succesvolle pilotkeuring doen en ervaring opdoen met de nieuwe eisen. Maar wanneer die pilotkeuring plaatsvindt, weet de RDW niet. Jurjen maakt daarom maar een principe-afspraak voor begin september. Maar in augustus zegt de RDW dat de pilotkeuring pas eind september wordt gedaan. Jurjens afspraak moet dus weer opschuiven.
Nu is voor Jurjen de maat vol. Zolang de Caddy niet is gekeurd loopt zijn handel niet en loopt hij orders mis. Jurjen dient een klacht in bij de RDW, en een paar weken later een schadeclaim. Dan onderneemt de RDW eindelijk actie: begin september kan Jurjen terecht voor een voorlopige keuring. Hij krijgt dan een kenteken dat beperkte geldig is. Na de pilotkeuring zal Jurjen zijn definitieve kenteken krijgen. En die volgt inderdaad begin oktober – ruim vier maanden na zijn eerste aanvraag.
Voor de RDW is de zaak daarmee gesloten. Maar Jurjen heeft nog niets gehoord over zijn schadeclaim. In december neemt hij daarom weer contact op met de RDW. Die wijst de schadeclaim af. Als Jurjen eerder een keuring had gewild, had hij zelf kunnen zorgen voor testapparatuur. Dan had een ander testhuis de keuring kunnen doen. Volgens de RDW pakken autofabrikanten het vaak zo aan. Jurjen vindt dit een raar antwoord. Hij vindt dat de RDW als keuringsinstantie tijdig klaar had moeten zijn voor de nieuwe regels.
Omdat hij er met de RDW niet uit komt, klopt Jurjen bij mij aan. Ik ben het met hem eens dat je van de overheid een goede voorbereiding op nieuwe regels mag verwachten. Bovendien moet de overheid snel en slagvaardig handelen. Dat heeft de RDW niet gedaan, want Jurjen kon pas na ruim vier maanden terecht voor een keuring. De overheid kan niet eisen dat burgers aan nieuwe regels voldoen terwijl de overheid zelf daar nog niet op is ingesteld.
* Gefingeerde naam
De persoon op de foto is niet de persoon uit deze column