Danny* heeft een kookwinkel in het centrum van het Brabantse Oirschot. Al sinds 2006 is de gemeente bezig met het renoveren van het centrum. Vlak voordat het plein waaraan Danny's winkel ligt op de schop gaat, organiseert de gemeente een informatie-avond voor bewoners en winkeliers. De gemeente vertelt daar dat de werkzaamheden die van belang zijn voor Danny's winkel in september en oktober worden uitgevoerd. Het plein en de winkels blijven dan goed bereikbaar. Uiterlijk half december moet alles klaar zijn.
Maar dat blijkt niet te lukken. Als de weg naar het plein net is opgebroken, krijgt de aannemer een tegenslag bij het straten van een andere weg. De kaart met de ondergrondse kabels blijkt niet te kloppen. Dat levert vertraging op. En de gemeente wil die weg eerst dicht hebben, waardoor de straat naar het plein pas half november aan de beurt is. Het plein is daardoor pas begin december weer goed bereikbaar.
Danny is niet blij met de vertraging. Hij wijst de gemeente er meerdere keren op dat hij er klanten door misloopt. Doordat het plein vanaf maar één kant toegankelijk is, ligt zijn winkel als het ware aan een doodlopende weg. Dat scheelt hem een hoop passanten. En juist de laatste maanden van het jaar, met Sinterklaas en Kerst, zijn belangrijk voor zijn omzet.
Omdat Danny merkt dat zijn omzet achteruit is gehold, stuurt hij de gemeente daarover in december een brief. Hij geeft aan dat als de werkzaamheden verder uitlopen, hij ook in de voor hem belangrijke maanden februari en maart omzet vreest mis te lopen. En dat hij dat financieel bijna niet kan dragen.
Daar heeft de gemeente geen boodschap aan. Door het slechte weer in de wintermaanden lopen de werkzaamheden verder uit. Pas in april is het plein helemaal klaar. Met hulp van zijn boekhouder berekent Danny dat de vertraging hem ongeveer 12 duizend euro heeft gekost. Hij vraagt een gesprek aan bij de gemeente over een schadevergoeding, maar die stuurt hem direct door naar de verzekeraar van de gemeente. Die zegt dat de gemeente niet aansprakelijk is, omdat de vertraging onvoorzien was.
Danny dient een klacht in bij de gemeente. Hij vindt dat de gemeente hem onvoldoende heeft geïnformeerd over de vertraging en onvoldoende rekening heeft gehouden met zijn belangen als winkelier. En hij vindt dat hij niet op hoeft te draaien voor het uitlopen van de werkzaamheden. De gemeente geeft hem gelijk over de slechte communicatie over de vertraging, maar wil verder van niets weten.
Danny neemt hiermee geen genoegen en schakelt mij in. Ik vind dat de overheid er bij werkzaamheden voor moet zorgen dat de overlast tot een minimum beperkt blijft. Met de beslissing om het werk aan de straat naar het plein uit te stellen, heeft de gemeente Oirschot onvoldoende rekening gehouden met het bedrijfsbelang van Danny. Ik vraag daarom aan de gemeente Oirschot om toch nog eens goed te kijken naar Danny's schadeclaim. En ik hoop dat ze er samen uitkomen.
* Gefingeerde naam
De persoon op de foto is niet de persoon uit deze column
