Een leeg huis

Op deze pagina

    Column

    Je moet er niet aan denken…thuiskomen en je huis helemaal leeg aantreffen. Alles wat je bezit is weg. De eerste gedachte die bij je opkomt is ‘ik ben beroofd!’. Dit zal meneer Nistelaar* ook gedacht hebben. Hij woont door ziekte lange tijd niet thuis. Als hij eindelijk weer thuiskomt, zijn al zijn spullen weg. Wat blijkt? De Belastingdienst heeft in zijn afwezigheid beslag gelegd op zijn spullen. Deze zijn daarna verkocht. De Belastingdienst deed dit omdat meneer Nistelaar een belastingschuld van bijna €2000,- had.

    Meneer Nistelaar dient een klacht in bij de Belastingdienst. Hij is het helemaal niet eens met de gang van zaken en is er ook erg van geschrokken. Het is nogal wat dat de Belastingdienst zomaar jouw spullen verkoopt en zelfs zonder je hiervan op de hoogte te stellen. Hadden ze dit laatste maar wél gedaan. Dan had meneer Nistelaar kunnen vertellen dat er genoeg geld op zijn bankrekening stond om de openstaande schuld te vergoeden. Bovendien heeft hij bij de Belastingdienst een verzoek voor teruggaaf van belasting lopen. Het gaat om €1800,-. Hiermee had zijn schuld bijna helemaal verrekend kunnen worden.

    De Belastingdienst vindt dat ze wel wat ver is gegaan. De dienst biedt meneer Nistelaar daarom een schadevergoeding van €2300,- aan. Dit is volgens de Belastingdienst de waarde van de verkochte spullen. De taxateur van meneer Nistelaar schat de waarde echter op €16000,-. Nogal een verschil! Maar de Belastingdienst blijft vasthouden aan de eigen taxatie. Ook ontvangt meneer Nistelaar een excuusbrief waaruit geen enkel inlevingsvermogen voor zijn situatie blijkt. Meneer Nistelaar voelt zich te kort gedaan door deze lauwe reactie. Hij besluit hierover een klacht bij mij in te dienen.

    Ik onderzoek de zaak en meen dat de Belastingdienst veel te extreem te werk is gegaan. Het verkopen van alle spullen van meneer Nistelaar voor een schuld van ‘maar’ €2000,- , vind ik niet in verhouding. En dit ook nog zonder hem van de verkoop op de hoogte te brengen. De Belastingdienst had haar best moeten doen om met hem in contact te komen. Dan kon de zaak makkelijk op een andere manier opgelost worden. De schuld had gewoon betaald kunnen worden, of verrekend met de openstaande belastingteruggaaf van meneer Nistelaar. Ook houdt de Belastingdienst te halsstarrig vast aan haar eigen taxatie. Ik vind dat de dienst ook moet kijken naar de taxatie van meneer Nistelaar.

    Het is mij in ieder geval duidelijk dat de Belastingdienst aardig wat steken heeft laten vallen. Daarom vraag ik de Belastingdienst met meneer Nistelaar om tafel te gaan zitten en hem ruimhartig excuses aan te bieden. Ook vraag ik de hoogte van de schadevergoeding opnieuw te bekijken. Gelukkig doet de Belastingdienst dit. Ik hoop dat de Belastingdienst leert van deze ernstige zaak. En voortaan beter zoekt naar andere, minder extreme oplossingen.

    * Om privacyredenen is de naam veranderd