De overheid gebruikt data en algoritmen. Maar weten burgers eigenlijk wel wat dat zijn? En wat vinden ze ervan dat de overheid hun gegevens gebruikt? Met die vragen gaan we de straat op in Tilburg.
Het is dinsdagochtend 11 uur als we de Heuvel oplopen. Dit is het hart van Tilburg. Toch is het nog rustig op straat. Gelukkig komen we William tegen. Hij wil wel wat kwijt over hoe de overheid met data en algoritmen omgaat.
“Computers maken alles veel sneller en efficiënter. Dus ik vind het positief dat de overheid computers gebruikt om beslissingen te nemen. Bijvoorbeeld om te bepalen welke wijken extra aandacht nodig hebben.
Maar ik vind het niet goed dat ze daar privégegevens bij gebruiken. Daar ligt voor mij de grens. Eerlijk gezegd vind ik dat niet normaal.”
Toestemming vragen
“De overheid moet opener zijn over welke data ze verzamelt. Nu gebeurt dat vaak zonder dat je het weet. Dat is toch gek? Het zou beter zijn als overheden het van tevoren zeggen als ze je gegevens ergens voor willen gebruiken. En daar toestemming voor vragen. Dan wordt het meer een samenwerking tussen burgers en de overheid.”
We lopen de winkelstraat in. Bijna meteen zien we Jan staan. Hij staat buiten een winkel te wachten op zijn vrouw. En wil zijn tijd best even doden met een gesprek.
Jan (72), gepensioneerd bankdirecteur
“Als overheden data verzamelen, kan het zijn dat de privacy van mensen wordt geschonden. Daar heb ik moeite mee. De overheid hoeft niet alles van mij te weten. Ik moet de macht hebben over wat er met mijn informatie gebeurt. Maar dat is niet meer zo.
Je merkt het ook online. Als je één keer naar schoenen zoekt, zie je alleen nog maar reclames voor schoenen. Dat komt omdat die bedrijven data van je verzamelen. Dat gaat mij eigenlijk al te ver. Dus ik vind het ook niet oké dat de overheid allerlei data van mij verzamelt.”
Zelf bepalen
“Overheden zijn volgens mij ook helemaal niet open over hoe ze data en algoritmen gebruiken. Dat moeten ze wel zijn. Dan kunnen mensen zelf bepalen of ze het goed vinden dat hun gegevens gebruikt worden.”
Jans vrouw komt de winkel uitgelopen. We zeggen het stel gedag en lopen verder de winkelstraat door. Voor een broodjeszaak staat Jeffar in de zon te wachten op haar bestelling. Zij heeft zelf de gevolgen van een algoritme gemerkt. Wat is haar verhaal precies?
Jeffar (31), beleidsadviseur jeugdhulp
“Ik kreeg regelmatig brieven van de Belastingdienst. Daarin stond dat mijn kinderopvangtoeslag werd gecontroleerd. Dat is normaal, dacht ik. Totdat ik erachter kwam dat mijn collega’s die brieven niet kregen. Toen kreeg ik wel het idee dat er ergens een systeem was dat mij eruit pikte.
Ik belde de Belastingdienst. Ze doen altijd een steekproef, zeiden ze. Ik was ‘toevallig’ twee keer geselecteerd. Maar toen kwam de toeslagenaffaire in het nieuws. Daarna geloofde ik niet meer dat het toeval was.”
Meer diversiteit
“Ik werk zelf ook voor de overheid. Dus het is niet zo dat ik de overheid niet vertrouw. Maar je kan niet ontkennen dat er anders naar je gekeken wordt als je een andere achtergrond hebt. Dat is gewoon zo.
Daarom moet er meer diversiteit komen op de werkvloer van de overheid. Mensen met een andere achtergrond brengen andere ideeën en ervaringen mee. Zij kunnen meedenken over hoe je algoritmes wél eerlijk inzet.”
We slaan een zijstraat in. Op het Pieter Vreedeplein komen we Mariette en haar dochter Esmée tegen. Ze zijn gezellig samen aan het winkelen. Nu nemen ze even pauze om het met ons over data en algoritmen te hebben. “Daar hebben wij wel een mening over!”
Mariette (56), administratief medewerker en dochter Esmée (22), consultant
Esmée: “Soms wordt er op een website gevraagd of ik mijn gegevens wil delen. Dat gebeurt ook bij websites van de overheid. Dan klik ik vaak snel op ‘ok’. Maar dan weet ik eigenlijk niet precies waarmee ik akkoord ga. Dat mag de overheid wel wat beter uitleggen.”
Mariette: “Je weet niet welke gegevens ze verzamelen en wat ze daarmee doen. Daar kan je vast achter komen, maar dan moet je er zelf achteraan. En daar heb ik ook weer geen zin in.”
Esmée: “Ik vind het prima als ze met mijn gegevens de stad veiliger kunnen maken. Maar voor hetzelfde geld doen ze er dingen mee waar ik het niet mee eens ben. Ik heb geen flauw idee.”
Simpele taal
Mariette: “Precies. De bedoelingen zijn vast goed. Maar overheden moeten het van tevoren zeggen als ze gegevens van mensen verzamelen. En dat moet in simpele taal. Zodat iedereen het begrijpt.”
Esmée: “Ik denk dat de overheid alleen maar meer data gaat verzamelen. Dan wordt het nog belangrijker dat iedereen snapt hoe en waarom de overheid dat doet.”
In de middag komt het centrum van Tilburg tot leven. We lopen nog één keer de (nu drukke) winkelstraat in. Mia loopt net een kledingwinkel uit. Ze maakt graag een praatje met ons.
Mia (75), gepensioneerd
“Ik woon al 51 jaar in Tilburg Noord. Veel mensen zien dat als een slechte wijk. Er wonen mensen van verschillende culturen. En er is veel criminaliteit. Dat blijkt uit de data van de gemeente. Maar dat is niet het hele verhaal.
Als je bij mensen thuiskomt, krijg je een heel ander beeld van de buurt. Ga met ze in gesprek. Dan leer je die culturen kennen en begrijpen. Dat lukt niet als je alleen naar de cijfers kijkt.
Daarom vind ik het ook niet goed dat de overheid allerlei privégegevens verzamelt van mensen. Dan zie je alleen maar welke opleiding iemand heeft. Of waar iemand vandaan komt. Maar je kan iemand toch niet alleen beoordelen op basis van dat soort platte informatie? Dat is vragen om problemen.”
Hebt u hulp nodig?
Hebt u problemen met een overheidsinstantie? Zoals de gemeente of politie? En komt u er samen niet uit? Bel ons dan gratis op 0800 – 3355 555. Een online klacht indienen kan ook. Wij staan voor u klaar.
Foto's: Gabby Louwhoff