De Belastingdienst betaalde de toeslagen van een onder bewind gestelde op de leefgeldrekening in plaats van de beheerrekening. De reden was dat de onder bewind gestelde zelf het rekeningnummer had laten wijzigen door de Belastingdienst. Volgens de bewindvoerder had de Belastingdienst moeten weten dat er sprake was van beschermingsbewind. Daarom had de Belastingdienst volgens de bewindvoerder het rekeningnummer niet mogen wijzigen. De bewindvoerder vond dat de Belastingdienst het geld alsnog op de beheerrekening moest overmaken.
Tijdens het onderzoek van de ombudsman werd duidelijk dat de Belastingdienst van de (nieuwe) bewindvoerder een formulier had ontvangen waarmee op de juiste manier werd duidelijk gemaakt dat sprake was van beschermingsbewind. Daarom had door de Belastingdienst een derdenafspraak moeten worden gemaakt. Dan zou het voor de onder bewind gestelde niet mogelijk zijn geweest om het rekeningnummer te wijzigen. Het maken van de derdenafspraak was in dit geval niet gebeurd omdat op het formulier het rekeningnummer niet was ingevuld maar daar stond vermeld 'nvt' (niet van toepassing).
De ombudsman kan deze handelwijze niet volgen. In dit geval veranderde namelijk alleen de bewindvoerder en bleef het rekeningnummer hetzelfde. Dan is het invullen met 'nvt' volkomen begrijpelijk. En zelfs als dit vragen had opgeroepen had het op de weg van de Belastingdienst gelegen om de bewindvoerder hierop te bevragen in plaats van het niet verwerken van het formulier en af te zien van het registreren van de derdenafspraak. Dit leidde er toe dat de onder bewind gestelde toch het nummer kon wijzigen. Dat moet volgens de ombudsman voor rekening en risico van de Belastingdienst komen.
Dat het geldbedrag bij de onder bewind gestelde terecht is gekomen en op onbekende wijze is besteed maakt dit niet anders. Voor zover het geld daarmee juridisch aan hem 'ten goede is gekomen' geeft dat – wat daarvan juridisch ook zij – geen reden om de fout af te wentelen op de onder bewind gestelde. Het is immers de fout van de Belastingdienst die leidde tot het overmaken van het bedrag op de leefgeldrekening.
De ombudsman vond de klacht gegrond. Het niet goed verwerken van het formulier is in strijd met beginsel van goede organisatie.
De Belastingdienst heeft tijdens het onderzoek laten weten dat de omstandigheden van dit geval reden geven het geld alsnog te betalen op de beheerrekening. En verder dat een onderzoek wordt ingesteld om een situatie als hier speelt in de toekomst te voorkomen. De ombudsman heeft van dit laatste met instemming kennis genomen. Wel vindt hij het een gemiste kans dat de Belastingdienst niet eerder heeft besloten het geld alsnog over te maken. Immers, bij de interne klachtbehandeling waren de relevante omstandigheden al duidelijk en bekend.