2014/104: Gemeente moet bij gesprek met burger ook diens advocaat toelaten

Rapport

Verzoeker, een advocaat, is niet toegelaten bij een gesprek waarvoor een wethouder van de gemeente Echt-Susteren zijn cliënt wel had uitgenodigd, maar hem niet. Doel van dat gesprek was om te bezien of er een informele oplossing mogelijk was voor een conflict dat al jaren speelde en inzet was van diverse procedures. Toen verzoeker toch op de afspraak verscheen heeft de wethouder hem indringend verzocht de kamer te verlaten.

De Nationale ombudsman overwoog onder meer dat het valt te waarderen dat van gemeentezijde het initiatief was genomen om te bezien of aan een slepend conflict een einde kon worden gemaakt. Het college van burgemeester en wethouders en de juridische ondersteuning hadden echter kunnen weten dat verzoeker als gemachtigde optrad. Het college had hem daarom als eerste met een voorstel moeten benaderen. Dat is niet gebeurd.

De ombudsman is van oordeel dat er geen enkele reden was voor de betrokken wethouder om de aanwezigheid van verzoeker als raadsman van zijn cliënt te weigeren. Verzoeker kan worden gevolgd in zijn stelling dat zijn cliënt door de gang van zaken is benadeeld.

De Nationale ombudsman oordeelde de klacht over de betrokken wethouder, die is aangemerkt als een klacht over het college van burgemeester en wethouders, gegrond, wegens strijd met het vereiste van fair-play.

Instansha: Gemeente Echt-Susteren

Complaint:

wijze waarop verzoeker, werkzaam als advocaat, hem als raadsman van een cliënt heeft bejegend, en waardoor ook de positie van zijn cliënt is benadeeld

Judgement:

Gegrond