2011/188: Vader klaagt dat Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering hem geen recht heeft gedaan

Rapport

Verzoeker en zijn ex-echtgenote strijden met elkaar over het ouderlijk gezag over, de hoofdverblijfplaats van en het contact met de kinderen. De kinderen wonen dan nog bij de moeder.

De rechter besluit de kinderen onder toezicht te stellen van het LJ&R , met de opdracht te komen tot een omgangsregeling tussen de vader en zijn kinderen. Die omgangsregeling komt nooit tot stand. Uiteindelijk besluit het gerechtshof 3 jaar later dat twee kinderen bij de vader gaan wonen.

Verzoeker verwijt het LJ&R dat zij hem al die jaren als vader geen recht heeft gedaan. Hij is steeds opnieuw weggezet als de niet meewerkende ouder en veroorzaker van alle problemen. De werkwijze heeft grote gevolgen gehad, niet alleen voor hem maar met name voor zijn kinderen. Hij vraagt zich af hoe de rechter tot een juiste beslissing kan komen als hij onjuist wordt geïnformeerd door het LJ&R.

De Nationale ombudsman stelt voorop dat rechterlijke uitspraken leidend moeten zijn voor de hulpverlening. Als een rechter heeft bepaald dat het in het belang van het kind is dat er omgang moet komen, dan is er geen ruimte voor het LJ&R daarin een eigen afweging te maken, hoe moeilijk de uitvoering van de rechterlijke uitspraak in de praktijk ook is. De hulpverlenende instantie zal alle middelen moeten inzetten om tot omgang te komen. Lukt dit niet dan kan de hulpverlenende instantie niet anders dan de zaak opnieuw voorleggen aan de rechter. Verder moet de hulpverlenende instantie ervoor zorgen geen onderdeel te worden van het conflict, onder andere door steeds een neutrale insteek richting de rechter te kiezen en ouders niet te ondersteunen in hun verzoeken om in dit geval een contactverbod.

De Nationale ombudsman concludeerde dat het LJ&R gedurende het gehele proces onvoldoende kritisch is geweest ten aanzien van de eigen rol en daarmee in strijd heeft gehandeld met het vereiste van professionaliteit.

Met instemming nam de No kennis van de mededeling van het LJ&R dat beleid zou worden ontwikkeld waarin wordt vastgelegd aan welke criteria correspondentie dient te voldoen en door wie dit wordt getoetst voordat het kan worden verzonden. Ook heeft de Nationale ombudsman met instemming kennis genomen van de mededeling van het LJ&R dat een interne studiedag (of ochtend) wordt georganiseerd waarin de problematiek in deze zogenaamde omgangsondertoezichtstelling-zaken centraal staat.

De Nationale ombudsman sprak de verwachting uit dat binnen het LJ&R tevens aandacht komt voor het geven van professionele feedback aan elkaar om daarmee te komen tot een mate van structurele zelfreflectie die passend is voor een organisatie als het LJ&R.

De Nationale ombudsman deed het LJ&R de aanbeveling de lessen die het uit deze zaak had geleerd, in een persoonlijk gesprek terug te koppelen aan verzoeker.

Instantie: Leger des Heils

Klacht:

 partijdige opstelling

Oordeel:

Gegrond

Instantie: Leger des Heils

Klacht:

niet verrichten van een neutraal, onafhankelijk en deskundig onderzoek

Oordeel:

Gegrond

Instantie: Leger des Heils

Klacht:

uitlatingen van moeder in verslagen eenzijdig verwoord

gehandeld in strijd met de inhoud van het raadsrapport

Oordeel:

Gegrond

Instantie: Leger des Heils

Klacht:

geen recht gedaan aan verzoekers rol als vader "en dus ook opvoeder van de kinderen"

Oordeel:

Gegrond

Instantie: Leger des Heils

Klacht:

geadviseerd aan de kinderen niet mee te hoeven werken aan de omgangsregeling

als organisatie onvoldoende waarborgen van een juiste verslaglegging door en een neutrale, onpartijdige opstelling van de gezinsvoogd

Oordeel:

Gegrond